Hét thuiszorgbureau voor particuliere cliënten!

Landelijk werkend met uitstekende zorgverleners...

Bekijk ons zorgaanbod

 

Waarom Zuster Jansen?

  • Kleine vaste zorgteams
  • Met professionele zorgverleners
  • Uitstekende referenties
  • Zorg met respect en aandacht
  • In uw eigen vertrouwde omgeving
  • Lid van branchevereniging
  • HKZ gecertificeerd

Meer huisartsen dan ooit en toch een “zorginfarct”, hoe kan dat?

vrijdag 01 maart 2024, Tijd 16:34 uur

Huisartsen met een patiëntenstop zijn geen uitzondering meer. Sinds begin 2023 is dit voor de helft van de huisartsenpraktijken de harde realiteit. Vaak wordt het tekort aan huisartsen als belangrijkste reden genoemd, maar niets is minder waar. Er zijn meer huisartsen dan ooit. Hoe kan er dan toch sprake van “een zorginfarct” binnen de huisartsenzorg zijn?

In 2012 waren er zo’n 10 duizend huisartsen en eind 2023 waren dat er ongeveer 13 duizend. Toch kunnen veel huisartsenpraktijken de toenemende zorgvraag niet behappen. Een van de oorzaken daarvoor is dat het aantal artsen dat zelf praktijkhouder is, terugloopt: van 68 procent in 2012 naar 47 procent in 2022. Jettie Bont, hoogleraar huisartsengeneeskunde aan het Amsterdam UMC, heeft hier een mogelijke verklaring voor: “De tijd dat je samen met een assistent een praktijk kon runnen, en je voornamelijk met patiënten bezighield, is voorbij. Je hebt nu meerdere assistenten en ook praktijkondersteuners in dienst, dus je bent nu ook heel erg een manager. Je onderhandelt met zorgverzekeraars en voert overleggen met de wijkverpleging, ziekenhuizen en ggz-instellingen om complexere patiënten die hulp nodig hebben op de juiste plek te krijgen.”

Deze taken kosten veel tijd, waardoor praktijkhouders de hulp in moeten schakelen van waarnemende artsen om de stijgende zorgvraag aan te kunnen. Echter, het vinden van die ondersteuning blijkt vaak een lastige opgave. Ook Katrien Boots, huisarts in Utrecht, heeft dat ervaren: “Je merkt dat deze zzp’ers graag veel vrijheid willen om hun eigen tijd in te delen. Dus de verantwoordelijkheid voelde als zeer zwaar, zo in je eentje terwijl je én de meeste zorg moet leveren én alle regeltaken hebt. Het gewicht dat je dan continu moet dragen is niet fijn.” Om die reden besloot Boots om te stoppen als praktijkhouder en zelf waarnemer te worden. “Maar, wel een vaste waarnemer”, zo benadrukt ze. “Op die manier ken ik mijn patiënten goed en kan ik betere zorg leveren.”

Kritiek op “nieuwe generatie” artsen

Die vertrouwdheid draagt bij aan een betere gezondheid en beperkt zorgkosten, omdat er minder vaak doorverwezen hoeft te worden naar het ziekenhuis. Echter, steeds meer huisartsen werken op freelancebasis en daardoor gaan die vertrouwdheid en de gezondheidswinst langzaamaan verloren. Praktijkhouders hebben dan ook genoeg aan te merken op “de nieuwe generatie” huisartsen. Ze zouden vooral makkelijke patiënten willen behandelen, verwijzen patiënten te snel door en de verantwoordelijkheidszin ontbreekt.

Toch is Bont het niet helemaal eens met die kritiek: “Uit enquêtes blijkt dat 85 procent best praktijkhouder wil worden.

Ook Bob Verhagen, huisartsenconsultant, vindt het gemopper niet altijd geoorloofd: “Mensen willen wel, maar het is nogal intimiderend, die verantwoordelijkheid. Zeker als je voor het succes van de praktijk een behendige ondernemer moet zijn. En dat leer je onvoldoende tijdens de artsenopleiding.” Om die reden is Verhagen ooit gestart met Buurtdokters. Dit is een organisatie die praktijken bijstaat in de niet-medische aspecten. Sinds vorig jaar heeft Buurtdokters ook een academie waar artsen maandelijks cursussen kunnen volgen over hoe ze een praktijk het beste kunnen runnen. En wat blijkt? Het animo neemt toe, want bij de eerste cursus waren er slechts 9 aanmeldingen, bij de tweede waren dat er al 24. “De behoefte aan kennis over hoe je bijvoorbeeld controle krijgt over de financiering én de inzet van praktijkpersoneel is groot. En terecht. Op die manier kun je aan knoppen draaien om de werklast te verminderen.”

Tijd winnen, inkomsten verhogen en werkdruk verlagen

Door op een slimme manier praktijkondersteuners in te zetten, hoeft een huisarts zelf minder eenvoudige consulten uit te voeren. Hierdoor ontstaat ruimte om een communicatieplan voor patiënten op te zetten, waarin wordt aangegeven wanneer een bezoek aan de huisarts noodzakelijk is. Dat kan extra tijd opleveren. Met de vrijgekomen tijd kan een praktijk meer patiënten aannemen, wat leidt tot meer inkomsten.

Verhagen merkt op: “Dan kun je extra personeel aannemen, waardoor de werkdruk lager is terwijl je meer patiënten kunt helpen. Als artsen het gevoel hebben dat ze controle over hun praktijk kunnen krijgen, wordt het animo voor een praktijkhouderschap hopelijk weer groter. Daar ligt deels de oplossing voor het zorginfarct.”

Auteur: redactie Zuster Jansen

Nu in het nieuws archief