Wat nu als er een oorlog komt, waarbij Nederlandse militairen moeten vechten? Dan is er sowieso mentale (na)zorg nodig. Omdat de kans op oorlog groter lijkt te worden, maken ggz-organisaties en Defensie alvast een concreet noodplan.
Met opschalen was Defensie al een tijdje bezig. Zo zijn ze ook al in gesprek met ziekenhuizen. Maar over geestelijke gezondheid werd tot voor kort nog niet gesproken, terwijl die voor iedere militair van groot belang is.
Een militair die in Irak en Afghanistan was, bevestigd dit: “Je doet je werk, voert je opdrachten uit en staat niet stil bij emoties. Met een praktische instelling ga je die periodes door.” Pas achteraf, toen hij als veteraan niet meer in dienst was, kwamen er mentale klachten boven.
Huidige samenwerking niet toereikend
Natuurlijk is er nu al gespecialiseerde aandacht voor de mentale gesteldheid van onze (ex-)militairen. Defensie werkt allang samen met ggz-instellingen, via het Landelijk Zorgsysteem voor Veteranen.
Maar dat systeem is ingericht op militairen die terugkomen van uitzendingen, zoals de militair die hierboven aan het woord kwam. Hij kon voor traumabehandeling terecht bij het Traumacentrum van GGZ Drenthe. Daar weten ze alles van deze mentale moeilijkheden bij veteranen. Zo kennen ze daar de beroepscultuur en -context, en spreken het vakjargon van de militairen.
Opschalen geboden
Heel erg mooi dat hulp zoals hierboven beschreven al bestaat. Maar deze samenwerking is niet bedoeld voor wanneer grote aantallen militairen betrokken zijn bij een groot conflict. Er moet dus opgeschaald worden voor het geval er wel een grote oorlog uitbreekt.
Defensie en ggz-instellingen zijn hier al best ver mee. Maar een volledig plan ligt er pas aan het einde van dit jaar. Zo moet het plan voorzien in genoeg extra personeel, dat getraind is in mentale zorg voor veteranen.
Daarnaast zijn er lastige vragen te beantwoorden in het plan. Want wat heeft prioriteit wanneer veel militairen mentale zorg nodig hebben: militairen of burgers? Want er ís nu al een flinke wachtlijst in de ggz. Onnodige impact op burgers moet worden voorkomen.
Hopelijk nooit nodig
Uiteraard hopen de opstellers van het plan dat het uiteindelijk nooit nodig blijkt te zijn. Het belangrijkste is dat ze zijn voorbereid in het geval dat. Zodat een situatie als in coronatijd – toen bleek dat het jammerlijk ontbrak aan concrete plannen – zich niet voordoet.
Auteur: redactie Zuster Jansen