EPD: Elektronisch patiëntendossier

Het elektronisch patiëntendossier (EPD) is de elektronische zorginfrastructuur waarin medische gegevens van patiënten op een digitale manier worden bewaard en beschikbaar worden gemaakt. In dit dossier kunnen gegevens worden gevonden van patiënten, zodat de zorg voor de patiënt goed en snel kan worden uitgevoerd. Het EPD is op dit moment vaak voor één zorginstelling, zoals een ziekenhuis of huisartsenpraktijk. Sinds 2012 is de Vereniging van Zorgaanbieders voor Zorgcommunicatie (VZVZ) verantwoordelijk voor de elektronische zorginfrastructuur.

Voorstel voor landelijk EPD

Het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) wil een landelijk elektronisch patiënten dossier opstellen, zodat dit overkoepelende EPD alle medische gegevens van alle patiënten omvat. Op dit moment is er nog geen overkoepelend EPD zoals het Ministerie heeft voorgesteld, omdat er veel weerstand is rondom dit voorstel. Er moet namelijk een goed werkend softwaresysteem komen waarbij de veiligheid van de medische gegevens wordt gewaarborgd. Over dit voorstel wordt al sinds 2005 gediscussieerd en het voorstel is nog steeds niet door de Eerste en Tweede Kamer heen.

Huidig landelijk systeem

Op dit moment is er nog geen volledig landelijk elektronisch patiëntendossier. In de huidige situatie, genaamd Landelijk Schakelpunt (LSP), kunnen zorgverleners relevante patiënten informatie opvragen uit de informatiesystemen van andere zorgverleners. Met behulp van het Burgerservicenummer (BSN) worden patiënten geïdentificeerd. Alleen patiënten die hiervoor expliciet toestemming hebben gegeven worden in het Landelijk Schakelpunt opgenomen.

Toestemming geven

Op dit moment staan er ongeveer 400.000 dossiers in het systeem. U kunt zelf ook toestemming geven om in het elektronische patiëntendossier te worden geplaatst. Heeft u toestemming gegeven, maar wilt u dit weer intrekken? Dat is mogelijk via de website van de Vereniging van Zorgaanbieders voor Zorgcommunicatie (VZVZ).

Meer informatie over de huidige status van de landelijke zorginfrastructuur leest u op de website van de Rijksoverheid. Hier kunt u onder andere antwoorden vinden over of u uw eigen medische dossier mag inzien  en welke andere rechten u heeft.

Wmo consulent

Een Wmo consulent helpt u om zo lang mogelijk zelfstandig thuis te blijven wonen. Daarnaast zorgt een Wmo consulent ervoor dat u actief kan mee kan doen in de samenleving, óók als u een beperking heeft.

Zelfstandig blijven wonen

Veel ouderen mensen vinden het een prettig idee om zo lang mogelijk thuis te blijven wonen. Vaak lukt dit niet meer zelfstandig en vragen zij hulp bij familieleden, buren en kennissen. Zij kunnen in de meeste gevallen helpen met kleine zaken, zoals het doen van de boodschappen, het huis schoonmaken en de tuin bijhouden. Ook zijn er vrijwilligers bij u in de buurt om u te helpen of om u gewoon wat gezelschap te bieden, door een kopje thee met u te drinken. Als de hulp van deze mensen niet genoeg is, dan kunt u hulp inschakelen door een Wmo consulent te contacteren.

Waar vindt u een Wmo consulent?

Bij iedere gemeente kunt u een Wmo-loket vinden. Het Wmo wordt geregeld vanuit de gemeente en zij zijn verantwoordelijk voor al uw aanvragen. Wmo staat voor: Wet maatschappelijke ondersteuning. Een Wmo consulent is daarnaast te vinden in een sociaal wijkteam bij u in de buurt. In dit wijkteam zijn verschillende zorgprofessionals te vinden die u kunnen voorzien van informatie, adviezen of een luisterend oor.

Wat doet een Wmo consulent?

Een Wmo consulent zorgt ervoor dat u de juiste hulp ontvangt, zodat u zolang mogelijk zelfstandig thuis kunt blijven wonen. Wanneer u niet meer op eigen kracht uw huishouden kunt verzorgen en niet genoeg heeft aan de ‘gebruikelijke’ hulp van familieleden en kennissen, kunt u een Wmo consulent inschakelen. U kunt dit doen door een aanvraag in te dienen voor bepaalde zorg bij het Wmo-loket. De consulent bekijkt de aanvraag en beoordeelt of u in aanmerking komt voor de aanvraag die is ingediend. Daarnaast wordt ervoor gezorgd dat de juiste algemene voorzieningen, de maatwerkvoorzieningen en vervoersvoorzieningen voor u geregeld worden.

U kunt bij een consulent terecht voor onder andere de volgende zaken:

  • Bewegen en lopen, in en om uw eigen huis.
  • Eigen vervoer regelen binnen uw woonplaats of regio.
  • Het behouden van voldoende sociale contacten.
  • Het regelen van nuttige dagopvang.
  • Structuur in uw week of dag brengen.
  • Het regelen van praktische zaken, zoals het bijhouden van uw geldzaken.
  • Ervoor zorgen dat u in een schoon en leefbaar huis woont.

Voorwaarden Wmo

Er zijn verschillende groepen mensen die in aanmerking komen voor het Wmo, mits zij voldoen aan de voorwaarden. Voor een vervoers- of maatwerkvoorziening gelden de voorwaarden:

  1. U woont in Nederland.
  2. U heeft een Nederlandse identiteit, een asiel of reguliere verblijfsvergunning.
  3. U woont in de gemeente waar u de aanvraag indient.

Naast deze voorwaarden wordt er bij de aanvraag rekening gehouden met de duur van de aanvraag. Als u bijvoorbeeld een gebroken been heeft, dan is dit van korte duur. U zal dan voor bijvoorbeeld een traplift geen toestemming krijgen.

Eigen bijdrage

In bepaalde zorgvormen van het Wmo moet u een eigen bijdrage betalen. Het eigen bijdrage wordt berekend door het Centraal Administratiekantoor (CAK). Het eigen bijdrage is afhankelijk van uw eigen inkomsten en die van uw partner. Ook wordt er gekeken naar uw totale vermogen. Bij een aantal gevallen kunt u de eigen bijdrage aftrekken van de belasting. Dit zijn gevallen zoals: een prothese, kosten voor hulpmiddelen of voor thuiszorg.

Auteur: Karel de Vries, redactie Zuster Jansen

WTZi: Wet Toelating Zorginstellingen

De WTZi, afkorting voor Wet Toelating Zorginstellingen, regelt de toelatingen van zorginstellingen. Hierbij wordt gekeken of de instelling aan alle eisen voldoet rondom bereikbaarheid van acute zorg, transparantie van bestuursstructuur, het hebben van een toezichthoudend orgaan en financiële administratie. De WTZi zorgt dat al deze eisen wordt gecontroleerd en dat zorginstellingen worden toegelaten.

Inhoud van Toelating Zorginstellingen

Alle zorginstellingen in Nederland moeten worden toegelaten als deze instelling zorg wil bieden op grond van de Zorgverzekeringswet (Zvw) of de Wet langdurige zorg (Wlz) en daardoor voor een vergoeding in aanmerking komt. De WTZi doet deze toelatingen, stelt eisen rondom bestuurlijke zaken en bepaalt wanneer er winst mag worden uitgekeerd. Dit laatste is niet mogelijk bij intramurale zorginstellingen. Extramurale zorginstellingen en vrije zorgverleners kunnen wel winst genereren.

Wanneer WTZi?

Deze toelating moet worden aangevraagd in de volgende situaties:

  • Als een nieuwe zorginstelling is opgericht die valt binnen de Zvw of Wlz;

  • Als een bestaande instelling zorg gaat aanbieden die nog niet in de huidige toelating is verwerkt;

  • Als het aantal plaatsen voor de toelating wordt veranderd door de instelling;

  • Als de naam of het adres van een instelling wordt gewijzigd.

Eisen bij WTZi toelating

Als een instelling een aanvraag doet voor de toelating dan toetst het CIBG of deze instelling aan alle eisen voor de toelating voldoet. Er zijn veel eisen waar een zorgaanstelling moet aan voldoen, wil deze instellingen worden toegelaten. Dit gaat onder andere om regels rondom bestuurlijk organisatie, transparantie en de kwaliteit van zorg. Alle eisen zijn te vinden in het Uitvoeringsbesluit WTZi.

Aanvraag WTZi

Als u een aanvraag voor een zorginstelling wilt doen, zijn er twee aanvraagformulieren beschikbaar. Dit zijn de formulieren voor een nieuwe toelating of voor de wijziging in een bestaande toelating. Na maximaal 16 weken krijgt u bericht over de aanvraag. Lees alles over de Wet Toelating Zorginstellingen op wtzi.nl.

Landelijk Schakelpunt

Wat is het Landelijk Schakelpunt? Veel mensen kennen het Landelijk Schakelpunt als het EPD, het Elektronisch Patiëntendossier. De naam Elektronisch Patiëntendossier zorgde echter voor een negatieve lading dus is men overgegaan naar Landelijk Schakelpunt. Maar wat is het nu eigenlijk? Het Landelijk Schakelpunt fungeert als een soort verkeerstoren, waarbij zorgverleners actuele informatie kunnen opvragen uit computers van andere zorgverleners.

Het systeem

Door middel van een BSN (Burgerservicenummer) kunnen de patiënten worden geïdentificeerd. Op dit moment staan zo’n 400.000 dossiers in het systeem die opgevraagd kunnen worden. Dit betekent echter niet dat uw gegevens hier ook zomaar tussen staan. Het is namelijk zo dat alleen patiënten die hiervoor expliciet hun toestemming hebben gegeven, in het Landelijk Schakelpunt worden opgenomen.

In het Landelijk Schakelpunt werkt het dus niet zo dat alle informatie wordt bewaard. De zorgverleners vragen de informatie op uit dossiers van andere zorgverleners. De gegevens blijven dus de verantwoordelijkheid van degene die ze heeft ingevoerd. Daarnaast moet de zorgverlener ook een geldige reden invoeren om de informatie op te vragen en hebben zorgverleners een speciaal elektronisch paspoort hebben om de informatie op te kunnen vragen. Er wordt dus zorgvuldig omgegaan met de gegevens. Ook wordt vastgelegd wie welke informatie heeft ingezien en kan er achteraf ook controle plaatsvinden om te kijken of de inzage rechtmatig was.

Toestemming geven of intrekken

Zelf toestemming geven om uw medische gegevens te laten delen is niet moeilijk en doet u via de website van de Rijksoverheid. Wilt u uw toestemming intrekken? Dat doet u via de Vereniging van Zorgaanbieders voor Zorgcommunicatie (VZVZ). Meer informatie over patiënten- en cliëntenrechten, maar ook over andere zorggerelateerde kwesties en de landelijke zorginstrastructuur vindt u op de website van de Rijksoverheid.

De zorggerelateerde informatie is op deze website gesorteerd op thema zodat u gemakkelijk toegang heeft tot de informatie die u zocht.

WMO: Wet Maatschappelijke Ondersteuning

WMO staat voor Wet Maatschappelijke Ondersteuning. Het is een wet die er voor zorgt dat mensen met een beperking de zorg krijgen die ze nodig hebben. Dit kunnen voorzieningen, hulp en ondersteuning zijn. Het maatschappelijke aspect aan deze wet is dat de wet ervoor zorgt dat mensen goed kunnen functioneren in de alledaagse samenleving en dat ze langer op zichzelf kunnen blijven wonen als dit wenselijk is. ‘Meedoen’ is het doel van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning.

Onderdelen WMO

De gemeente moet ervoor zorgen dat u een huishouden kunt voeren, u zich kunt verplaatsten in en om de woning, u zich lokaal kunt verplaatsen per vervoermiddel en dat u andere mensen kunt ontmoeten om zo sociale contacten op te doen of te onderhouden. Dit zijn allemaal onderdelen van de wet WMO, die hulp en ondersteuning biedt voor de burgers die dit nodig hebben. De WMO wordt uitgevoerd bij uw gemeente. De gemeente bepaalt voor een gedeelte zelf hoe zij dit doet. U als burger heeft ook verschillende inspraakmogelijkheden.

Aanvragen WMO

Aanvragen van ondersteuning via de Wet Maatschappelijke Ondersteuning kunt u doen bij uw eigen gemeente. Deze zijn verplicht een WMO-loket te openen. Elke gemeente noemt zo’n loket anders. Wmo-loket, Loket wegwijs of Zorgloket zijn voorbeelden. De gemeente bepaalt in overleg met u of u ondersteuning krijgt en zo ja welke vorm. Voor sommige vormen van voorzieningen heeft u een indicatie nodig. Dit is een beoordeling die bewijst dat u daadwerkelijk deze ondersteuning nodig heeft. Ook hier kan uw gemeente u bij helpen.

Particuliere thuiszorg

Wanneer u niet naar uw gemeente wilt voor het aanvragen van zorg, kunt u kiezen voor particuliere thuiszorg. Dit is een vaak wat luxere vorm van zorg en brengt natuurlijk vele voordelen met zich mee. Bij Zuster Jansen heeft u geen last van wachttijden, die u bij reguliere thuiszorg via uw gemeente vaak wel heeft. De zorg van Zuster Jansen is overal verkrijgbaar, omdat zij in heel Nederland opereren. U kunt vrijblijvend en kosteloos een intakegesprek inplannen, om zelf te bepalen welke vorm van zorg u wenst te krijgen.

Farmatec

Farmatec is onderdeel van het CIBG. Het CIBG is de uitvoeringsorganisatie van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Farmatec zet zich in voor de kwaliteit, beschikbaarheid en betaalbaarheid van geneesmiddelen, medische hulpmiddelen en bloedproducten. Wat betekent dit? Naast het feit dat Farmatec de vergoedingslimieten en maximumprijzen van geneesmiddelen vaststelt, is Farmatec ook verantwoordelijk voor het verlenen van de juiste vergunning en opiumontheffingen.

Wat levert deze informatie op?

Het werk dat door Farmatec gedaan wordt, is op vele gebieden belangrijk. Het CIBG is steeds beter op de hoogte van de prijzen en vergoedingslimieten van geneesmiddelen. Dit geldt niet alleen voor de medicijnen in Nederland, maar ook voor andere Europese landen. Ook wordt veel kennis opgedaan over farmaceutische bedrijven en de producten die zij op de markt brengen. Deze informatie kan bijvoorbeeld nuttig zijn wanneer ketenpartners in de zorg met elkaar overleggen, of wanneer er relevante kwesties spelen in de Tweede Kamer.

Overzicht: wat doet Farmatec?

Farmatec is onder andere verantwoordelijk voor het behandelen van aanvragen. Hierbij kunt u denken aan:

  • Vergunningen op grond van de Geneesmiddelenwet
  • Opiumontheffingen op grond van de Opiumwet
  • Apotheekvergunningen (van de huisarts) op grond van de Geneesmiddelenwet
  • Vergunningen en aanwijzingen op grond van de Wet inzake bloedvoorziening
  • Vergunningen en erkenningen op grond van de Wet veiligheid en kwaliteit lichaamsmateriaal
  • Ontheffingen op grond van de Wet op de medische hulpmiddelen

Medische hulpmiddelen klasse I of IVD’s (in-vitro diagnostica) kunnen worden aangemeld bij Farmatec. IVD’s zijn in het kort gezegd de middelen waarmee monsters uit het menselijk lichaam (bijvoorbeeld urine of bloed) buiten het lichaam worden onderzocht. Ook kunnen fabrikanten van medische hulpmiddelen of IVD’s zichzelf aanmelden bij Farmatec. Farmatec verzorgt voor deze hulpmiddelen ook exportverklaringen en dergelijke.

Wilt u meer weten over Farmatec, kijk dan op de speciale website van het CIBG voor meer informatie.

RIVM

RIVM staat voor Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu en is een onderdeel van het Ministerie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Het RIVM in Bilthoven zet zich in voor het beschermen en bevorderen van de gezondheid van de bevolking, en de kwaliteit van het leefmilieu. De RIVM bestaat uit ongeveer dertig onderdelen. Deze bestaan voornamelijk uit laboratoria, teams om centra met een gespecificeerde onderzoekstaak. De onderdelen zijn ondergebracht in vier sectoren.

Wat doet het RIVM?

RIVM verricht werk voor overheden, professionals en burgers. Opdrachtgevers zijn dan ook vaak ministeries, maar bijvoorbeeld ook non-profitorganisaties, de Europese Unie of de Verenigde Naties. Hieronder vindt u een beknopt overzicht van de taken van het RIVM.

  • Ondersteunen van beleid
  • Informatie verstrekken aan professionals en burgers
  • Het ontwikkelen van kennis en onderzoek
  • Het ondersteunen van inspecties
  • Nationale coördinatie
  • Preventie- en interventieprogramma’s
  • Calamiteitenfuncties

Het RIVM verzamelt wereldwijd kennis over belangrijke thema’s die invloed hebben op de gezondheid van de bevolking. Denk hierbij aan het bestrijden van infectieziekten, de veilgheid van consumenten bewaken en het bevorderen van een gezonde leefomgeving. De informatie die verzameld wordt, wordt vervolgens gedeeld met  de beleidsmedewerkers, wetenschappers, inspecteurs en tegenwoordig ook steeds meer met het algemene publiek. Om dit allemaal bij te houden worden ieder jaar meerdere rapporten en adviezen uitgebracht over kwesties op het gebied van volksgezondheid, voeding, milieu en rampenbestrijding.

Meer weten?

Wilt u meer weten over de internationale activiteiten en resultaten van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu? Op de website van het RIVM wordt u op de hoogte gehouden van het laatste nieuws, leest u over de experts binnen het instituut en zoekt u gericht naar informatie. In het ZorgKompas van Zuster Jansen vindt u tevens meer informatie over het Ministerie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport en over het CIBG.

CIBG

Het CIBG is onderdeel van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). De afkorting staat voor Centraal Informatiepunt Beroepen Gezondheidszorg. Dit wordt echter niet meer gebruikt, omdat het CIBG tegenwoordig meer taken erbij heeft gekregen. Het is nu een uitvoeringsorganisatie waar gegevens worden verzameld en verwerkt. Deze gegevens worden daarna weer geleverd waar dat nodig is. Het CIBG werkt voornamelijk in de zorgsector en voor consumenten. Zo registreert het CIBG zorgverleners in het BIG-register en orgaandonoren in het Donorregister en verzorgt het ook de productie en verspreiding van medicinale cannabis. Met behulp van de UZI-pas zorgt het CIBG bovendien voor de digitale gegevensuitwisseling op een veilige en efficiënte manier.

Taken van het CIBG Den Haag

In 1995 is het CIBG opgestart als uitvoeringsorganisatie van het ministerie van VWS. Sinds 2003 is het CIBG zelfstandig geworden. De taken die het CIBG uitvoert zijn:

  • Registratie, beheer, beoordelingen, bewerkingen en genereren van zorggegevens. Deze zorggegevens, zoals bijvoorbeeld het BIG-register, kunnen leiden tot vergunningen, beschikkingen, subsidies of besluiten;

  • Onafhankelijke ondersteuning aan commissies en colleges;

  • Informatie verstrekken en ondersteuning bieden bij de implementatie van CIBG-producten.

CIBG-producten

Naast het beheren, registreren en beoordelen van zorggegevens, biedt het CIBG een aantal producten aan. Een voorbeeld hiervan is Farmatec. Dit is een orgaan dat maximumprijzen en vergoedingslimieten vaststelt van medicijnen. Een ander voorbeeld is het Fonds PGO, een fonds dat de Week Chronisch Zieken ondersteunt en subsidies aan landelijke patiëntenorganisaties, gehandicaptenorganisaties en ouderenbonden verstrekt. Ook heeft het CIBG het UZI-register opgesteld. Dit verzorgt de digitale identificatie van zorgverleners aan de hand van de UZI-pas.

Meer informatie

Wilt u meer weten over de taken van het CIBG of bent u benieuwd naar alle producten van het CIBG? Kijk dan op de website www.cibg.nl. Hier kunt u alles vinden over de organisatie en kunt ook de beleidsplannen van de komende jaren lezen.

LOC

Wat is de LOC? LOC, met als volledige titel LOC Zeggenschap in zorg, staat voor Landelijke Organisatie Cliëntenraden. LOC houdt zich dus bezig met (mede)zeggenschap van cliënten en cliëntenraden. Een cliëntenraad is een groep mensen die de gemeenschappelijke belangen behartigt van cliënten van een zorginstelling. Elke instelling is verplicht een cliëntenraad te hebben, zo is vastgesteld in de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen (Wmcz). Cliëntenraden praten namens de cliënten mee over de ontwikkelingen en ze geven advies. Dit is essentieel omdat deze raden het beste op de hoogte zijn van de visie van de cliënten zelf.

Voor wie is de LOC?

De LOC is dus een landelijke organisatie die 2200 medezeggenschapsorganen vertegenwoordigt. Hun visie luidt als volgt: ‘Bijdragen aan hoogwaardige kwaliteit van leven van hen die afhankelijk zijn van zorg en welzijn door hun zeggenschap te optimaliseren en de kwaliteit van de sectoren zorg en welzijn op een hoger plan te brengen.’ Het zijn dus cliëntenraden die lid kunnen worden van deze organisatie. Om lid te worden moet een cliëntenraad zich bevinden in één van de volgende sectoren: maatschappelijke opvang, thuiszorg, welzijn, geestelijke gezondheidszorg, verzorging, verpleving, verslavingszorg en vrouwenopvang.

Wat doet de LOC?

Zoals eerder genoemd zijn cliëntenraden in het leven geroepen om namens de cliënten te spreken in de organisatie. De LOC vertegenwoordigt op zijn beurt weer de cliënten en cliëntenraden in gesprekken met de overheid en andere organisaties in de zorg. Dit betreft instanties die met regels in de zorg te maken hebben zoals het Centraal Administratie Kantoor (CAK), het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) en de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa).

Op dit moment is de LOC bijvoorbeeld bezig met de extra kosten die cliënten in de zorg steeds vaker moeten betalen. Uiteindelijk betalen zij ook voor zaken waarvoor zorginstanties geen geld mogen vragen. De LOC heeft cliënten en raden gevraagd om deze kosten te melden en heeft de raden vervolgens aangespoord om met de zorgaanbieders te praten over ‘extra bijdragen’.  De staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft al aangegeven dat dit heeft geleid tot verbeteringen in het beleid bij veel zorginstellingen.

IGZ: Inspectie voor de Gezondheidszorg

De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) zorgt voor handhaving van de kwaliteit van zorg, preventie en medische producten. Het doel hiervan is om de volksgezondheid bevorderen. De inspectie zorgt voor advies voor de overheid en ministers en adviseert, stimuleert en dwingt waar nodig de zorgaanbieders om kwalitatieve en verantwoorde zorg te leveren. De inspectie is volledig onpartijdig en onafhankelijk. De IGZ houdt toezicht voor ongeveer 40.000 instellingen en bedrijven.

De IGZ en thuiszorg

Binnen de thuiszorg is er grote concurrentie en een steeds toenemende zorgvraag. Op dit moment zijn er ongeveer 1400 aanbieders van zorg zonder verblijf. Daarom moet de kwaliteit van de zorg die wordt aangeboden worden beschermd. Daarom houdt de IGZ toezicht op thuiszorg. Het belangrijkste is de veiligheid van de zorg. De Inspectie voor Gezondheidszorg analyseert eerst de gegevens van de zorgaanbieders, zoals kwaliteitsinformatie, bedrijfsinformatie, klantervaringen, meldingen en gegevens uit een eerdere inspectie. Op basis van deze kennis, wordt gekeken hoe hoog het verwachte risico van onveilig zorg is. Is er ergens hoog risico, dan wordt er een inspectiegezoek uitgevoerd.

Veilige zorg thuis

De IGZ doet inspecties bij thuiszorginstellingen ter bevordering van veilige zorg. Voornamelijk nieuwe organisaties worden onderzocht of aan alle eisen wordt voldaan. Er wordt bij deze inspecties voornamelijk gekeken naar de clientdossiers, medicatieveiligheid, deskundigheid en inzet van personeel en mogelijke vrijheidsbeperkingen. Ook onderzoekt de IGZ op het bedrijfsniveau hoe er wordt omgegaan met kwaliteit en veiligheid van zorg. Is dit niet voldoende, dan kan de IGZ overgaan op het sluiten van een organisatie.

IGZ ZorgVeiligPrijs

De Inspectie voor de Gezondheidszorg organiseert jaarlijks de verkiezing voor de ZorgVeiligPrijs. Dit is een prijs voor het beste initiatief voor het jaar over veiligheid van zorg. Dit kunnen initiatieven van zorgaanbieders zijn, maar ook medische producten en vormen van preventie komen in aanmerking. Op deze manier wordt de zorgveiligheid extra gestimuleerd.

Zorgregister

Het Zorgregister wordt beheerd door het CIBG (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport). Er is een aantal instellingen dat zich sinds mei 2010 verplicht in het register moet registreren: privéklinieken, particuliere verpleeghuizen en particuliere verzorgingstehuizen. Sinds kort is het echter ook mogelijk voor andere instellingen om zich vrijwillig in het register te registreren. Het Zorgregister is in eerste instantie in het leven geroepen om de Inspectie voor de Gezondheidszorg te ondersteunen bij de controletaak. Ook zorgvragers kunnen er echter hun voordeel mee doen.

Wie kunnen zich registreren?

Zoals gezegd zijn privéklinieken, particuliere verpleeghuizen en particuliere verzorgingshuizen verplicht om zich te registreren in het Zorgregister. Daarnaast kunnen veel andere instellingen zich vrijwillig registreren, waaronder de volgende:

  • Particuliere woonvormen voor mensen met een beperking, chronische psychische aandoening of een langdurige verslaving

  • Patriculiere instellingen bedoeld voor kort verblijf voor cliënten met een AWBZ-indicatie (bijvoorbeeld hospices)

  • Particuliere kraamzorgorganisaties

  • Zorgorganisaties die wel een WTZi toelating hebben maar nog geen contract hebben met het zorgkantoor

  • Overige particuliere instellingen voor zorg in combinatie met verblijf (voor cliënten met een AWBZ-indicatie)

  • Zorgboerderijen (met of zonder overnachting voor gehandicapten of ouderen die dementerend zijn)

  • Thomashuizen (bedoeld voor gehandicapte kinderen)

  • Particuliere instellingen die een combinatie vormen van bovengenoemde categorieën

Het Zorgregister raadplegen

Het Zorgregister kan niet alleen nuttig zijn in het kader van de Inspectie voor de Gezondheidszorg, ook kunt u er zelf uw voordeel mee doen. U kunt namelijk zelf het Zorgregister raadplegen als u bijvoorbeeld interesse heeft in de diensten van een privékliniek. In het register staat niets over kwaliteit van de zorg die geboden wordt, maar het wekt wel vertrouwen wanneer een bepaalde kliniek of instelling geregistreerd is. Ook zijn de werkzaamheden van de instelling geregistreerd, zodat u gelijk ziet voor welke behandelingen u waar terecht kunt. Het Zorgregister raadplegen doet u via www.zorgregister.nl.

Ministerie VWS

Ministerie VWS staat voor het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Eén van de doelen van dit ministerie is het ondersteunen van zorginstellingen om de zorg te monitoren en te verbeteren. Ook wil het ministerie mensen met een beperking ondersteunen en hun maatschappelijke participatie bevorderen. Ongeveer 5000 ambtenaren zijn werkzaam op dit terrein en werken samen onder het motto: Nederland gezond en wel.

Drie pijlers van ministerie van VWS

Zoals gezegd zet het ministerie zich in voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport. hieronder per onderdeel een korte uitleg.

Volksgezondheid

Het ministerie van VWS zet zich in voor volksgezondheid door onder andere educatief om te gaan met belangrijke aspecten van het dagelijks leven. Hierbij kunt u denken aan gezond eten, veel beweging, niet roken, weinig alcohol nuttigen en veilig vrijen. Het ministerie ziet erop toe dat mensen die recht hebben op zorg, dat ook krijgen. Daarom werken zij samen met ziektekostenverzekeraars, zorgaanbieders en patiëntenorganisaties om te zorgen dat er voldoende voorzieningen zijn.

Welzijn

Belangrijke onderdelen van ‘welzijn’ zijn bijvoorbeeld het vrijwilligerswerk en de jeugdzorg. Groepen die niet of minder kunnen profiteren van de welvaartsstaat, die niet zelfstandig of actief deel kunnen nemen aan de maatschappij, worden bijgestaan. Doel is het versterken van de sociale infrastructuur door samen te werken met departementen die zich onder andere bezighouden met economie, milieu en onderwijs.

Sport

Sport en beweging is goed voor de mens, weet ook het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Sport is goed voor de gezondheid, maar draagt ook bij op sociaal gebied. Het ministerie VWS wil het mogelijk maken dat iedereen op een verantwoorde manier kan sporten. Daarnaast besteedt het ministerie geld en aandacht aan topsport. Op deze manier wordt bij internationale toernooien ook voor Nederlandse teams een goede kans gecreëerd.

Diensten en instellingen van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport zijn bijvoorbeeld:

  • College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG)

  • CBIG

  • Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ)

  • Inspectie Jeugdzorg (IJZ)

  • Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)

  • Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP)

  • Jeugdinstelling Almata

  • Jeugdinstelling De Lindenhorst

UZI register

UZI register staat voor het Unieke Zorgverlener Identificatie Register. Deze organisatie, die valt onder het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, maakt de elektronische identificatie van zorgverleners mogelijk. Dit gebeurt onder andere met een speciale UZI-pas die aan de zorgverleners en de medewerkers wordt verstrekt. De UZI-pas is te zien als een soort elektronische identiteitskaart. Daarnaast worden ook elektronische identiteiten uitgegeven voor de systemen van zorgverleners. Deze worden ook wel UZI servercertificaten genoemd.

De UZI pas

De UZI pas, waarmee een zorgverlener of medewerker te identificeren is, lijkt sterk op een soort bankpas. De pas heeft zelfs een zelfde soort chip, waar de gegevens van de medewerker op te vinden zijn. Net als een identiteitskaart is de UZI pas een persoonsgebonden, waardevol document. Via de pas is ook de relatie van de pashouder met de abonnee te achterhalen (bijvoorbeeld: werknemer). Een UZI pas is belangrijk omdat de zorgaanbieders en indicatieorganen hierdoor op een veilige manier toegang krijgen tot deze gegevens.  De pas kan verstrekt worden aan zorgverleners, medewerkers op naam en medewerkers zonder naamsvermelding.

Er zijn natuurlijk verschillende instanties binnen de zorg, waarbij iedereen een andere functie heeft. Juist omdat iedereen een eigen rol in het proces vervult, bestaan er verschillende UZI passen. Het kan dus zijn dat er op de ene pas andere informatie staat dan op andere passen. Ook de mogelijkheden van de pas kunnen variëren.

Eerst abonneren

Een zorgverlener of organisatie is pas in staat producten zoals een UZI pas of een servercertificaat aan te vragen wanneer de organisatie geregistreerd is als abonnee van het UZI register. De naam van de abonnee moet hier namelijk in opgenomen zijn, omdat anders de relatie met de pashouder niet duidelijk te achterhalen is. Hier hebben uiteindelijk alle partijen baat bij.

NZa: de Nederlandse Zorgautoriteit

De NZa (Nederlandse Zorgautoriteit) is regelgever in de zorgmarkt en stelt tarieven, prestaties en budgetten vast waar dat nodig is. Aan de andere kant worden verzekeraars en zorgaanbieders waar mogelijk juist zoveel mogelijk vrijgelaten over de inhoud, prijs, kwaliteit en doelmatigheid van zorg.

Hoofdtaken van de Nederlandse Zorg autoriteit

De Nederlandse Zorgautoriteit heeft contact met de minister en adviseert de minister over regelgeving en eventuele problemen. Op die manier wordt wetgeving rondom zorg gehandhaafd en zo nodig verbeterd. Dit gebeurt aan de hand van onderzoek en analyse. Daarnaast zorgt de NZa voor toezicht op drie publieke belangen. Deze drie belangen zijn:

  • Transparantie

De informatie over de inhoud, kwaliteit en prijs van zorg die wordt aangeboden moet helder zijn. Dit is belangrijk voor de verzekeraars die zorg inkopen en voor de verzekerden. Zorgaanbieders en verzekeraars worden daarom verplicht door de NZa om aan bepaalde eisen omtrent transparantie te voldoen.

  • Toegankelijkheid

De NZa vindt dat zorg toegankelijk moet zijn. Dit houdt onder andere reisafstand in, maar ook de voorwaarden die er soms zijn om toegang te krijgen tot bepaalde zorg. Bij een aantal vormen van zorg zijn er wettelijke normen voor de toegankelijkheid. De NZa controleert dit en adviseert bij problemen.

  • Betaalbaarheid

Zorg moet betaalbaar zijn en daarnaast ook van goede kwaliteit zijn. Om dit goed in balans te houden, onderzoekt de NZa welke zorg noodzakelijk in de basisverzekering moet zitten, hoeveel verantwoordelijkheid de consument heeft en hoe de zorg efficiënt kan worden geleverd. Op die manier blijven de kosten van de zorg binnen de perken en kan dit ook in de toekomst zo blijven bestaan.

Doel van toezicht door de NZa

Het doel van het toezicht dat de Nederlandse Zorgautoriteit houdt op de zorgverzekeraars en zorgaanbieders is aan de ene kant het toezien op de uitvoering van de wetgeving en aan de andere kant ook het creëren van een betrouwbare marktsituatie voor consumenten. De consument kan hierbij vertrouwen op de goede werking  van de zorgmarkt. De NZa zorgt door middel van het toezicht voor de bescherming van de consument rondom transparantie, toegankelijkheid en betaalbaarheid.

ZOVAR

ZOVAR is een initiatief van het ministerie van Volkgezondheid, Welzijn en Sport, en van de CIBG (de uitvoeringsorganisatie van het ministerie). ZOVAR staat voor het Zorgverzekeraars identificatie en authenticatie register. Deze organisatie maakt de unieke (elektronische) identificatie mogelijk van zorgverzekeraars en zorgkantoren. Na het elektronisch registreren kan een ZOVAR servercertificaat worden aangevraagd.

Voor wie is het bedoeld?

Alleen zorgverzekeraars en zorgkantoren kunnen zich registreren als abonnee bij ZOVAR. Daarmee worden zij voorzien van een authenticatiemiddel waarmee ze het BSN (burgerservicenummer) bij de SBV-Z (Sectorale Berichten Voorziening in de Zorg) kunnen opvragen en controleren.

Na het registreren kunnen de verzekeraars en zorgkantoren een speciaal ZOVAR servercertificaat aanvragen voor hun systemen.

Wat is een servercertificaat en wat is het doel ervan?

Een ZOVAR servercertificaat is eigenlijk een elektronische identiteit voor systemen. Met dit certificaat is het mogelijk om een beveiligde verbinding op te zetten met andere systemen. Deze beveiliging is nodig voor het veilig opvragen van burgerservicenummers door zorgverzekeraars en zorgkantoren. Zonder dit certificaat is het dus niet mogelijk deze nummers op te vragen, omdat de verbinding niet veilig genoeg is.

Door het certificaat kan de organisatie dus in feite de identiteit van het systeem bewijzen. Dan kan de SBV-Z erop vertrouwen dat dat systeem daadwerkelijk van dat zorgkantoor of die zorgverzekeraar is en kan een burgerservicenummer op een veilige manier opgevraagd worden.

Naast het feit dat de identiteit ermee bewezen kan worden, is het servercertificaat ook goed voor vertrouwelijkheid. Gegevens kunnen hier namelijk mee worden versleuteld. Op die manier is de verzender van de informatie er zeker van dat alleen de ontvanger deze informatie zal kunnen lezen. Er kan dus niets worden veranderd of door anderen worden gelezen. Een ZOVAR servercertificaat kan dus voor een zorgverzekeraar of zorgkantoor erg belangrijk zijn op het gebied van authenticatie en vertrouwelijkheid. Dit beschermt gegevens voor onbevoegden en garandeert dus de veiligheid van burgerservicenummers.